Wie is God? - De schepping vraagt keuzes van de mens

De mens zou heersen over de aarde

Beeld, tuinieren, rentmeesterschap   Houdt verantwoording in naar God

tuinVolgens de Bijbel schiep God de mens, Adam en Eva, en plaatste hen in de Hof van Eden, een paradijselijke tuin. In Genesis 1:28 staat: "En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, vermenigvuldig, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen." Deze passage wordt vaak geïnterpreteerd als de goddelijke opdracht aan de mens om te heersen over de natuur en de aarde te beheren.

De interpretatie van deze opdracht kan variëren tussen religieuze stromingen en individuele gelovigen. Sommigen beschouwen het als een roeping om zorgvuldig en verantwoordelijk met de natuur om te gaan, met respect voor Gods schepping. Anderen kunnen het opvatten als een licentie om de natuur uit te buiten zonder veel aandacht voor milieubehoud.

Kort samengevat, de opdracht om over de aarde te heersen wordt vaak gezien als een theologisch concept dat is gebaseerd op religieuze teksten en dat de mens verantwoordelijkheid geeft voor het beheer en de heerschappij over de schepping van God. Hoe deze verantwoordelijkheid wordt begrepen en toegepast, kan variëren afhankelijk van religieuze overtuigingen en culturele context.

 

Parralellen tussen het scheppingsverhaal en ‘de grote opdracht’ van evangeliseren.

 Er zijn duidelijke parallellen tussen het idee van "het heersen over de aarde" in het Bijbelse scheppingsverhaal en de "grote opdracht" die Jezus aan zijn discipelen gaf om het evangelie naar het uiteinde der aarde te brengen. Hier zijn enkele van die parallellen:

 1. Rentmeesterschap en verantwoordelijkheid:

calIn het scheppingsverhaal wordt de mensheid opgedragen om over de aarde te heersen en haar te onderwerpen. Dit houdt in dat de mens verantwoordelijk is voor het beheren en zorgen voor de schepping van God. Het impliceert een vorm van rentmeesterschap waarbij de mens de aarde niet alleen mag uitbuiten, maar er ook verantwoordelijk voor is om deze te behouden en te verzorgen.

 In de "grote opdracht" geeft Jezus zijn discipelen de opdracht om het evangelie te verkondigen aan alle naties en mensen over de hele wereld. Dit impliceert een verantwoordelijkheid om het geloof te verspreiden en mensen te onderwijzen in de leer van Jezus Christus en het goede nieuws van zijn overwinning op de dood. Het is vergelijkbaar met het idee van rentmeesterschap, maar gericht op geestelijke zorg voor de mensheid.

 

2. Beheersing en autoriteit:

kingIn het scheppingsverhaal krijgt de mens autoriteit over de dieren en de natuur. Dit symboliseert een vorm van beheersing en heerschappij over de aarde, waarbij de mens als beeld van God wordt gezien.

 De "grote opdracht" geeft de discipelen de autoriteit om in Jezus' naam te handelen en te getuigen. Ze worden gemachtigd om demonen uit te drijven en zieken te genezen. Deze autoriteit weerspiegelt een geestelijke heerschappij over krachten van het kwaad en het brengen van geestelijke genezing aan mensen met behulp van de Heilige Geest.

 

3. Verspreiding van het koninkrijk van God:

evangBeide concepten, "het heersen over de aarde" en de "grote opdracht," hebben als doel de uitbreiding van het koninkrijk van God. In het scheppingsverhaal is het de taak van de mens om de schepping te beheren en God te eren. In de "grote opdracht" is het doel om mensen tot discipelen van Jezus te maken en het goede nieuws van het koninkrijk van God te verkondigen.

 

Samengevat laten zowel het scheppingsverhaal als de "grote opdracht" zien dat de mens een speciale verantwoordelijkheid en roeping heeft om een positieve invloed uit te oefenen op de wereld en Gods wil te vervullen, zij het op verschillende niveaus (fysiek en geestelijk). Beide benadrukken de rol van de mensheid als rentmeesters en getuigen van Gods heerschappij.

 

Leven in relatie met God

In zowel het boek Genesis in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament van de Bijbel wordt het verlangen van God naar een relatie met de mens benadrukt.

 In Genesis wordt dit verlangen naar een relatie geïllustreerd door het scheppingsverhaal, waarin God de mens, Adam en Eva, creëert en hen in de Hof van Eden plaatst om bij Hem te zijn. God wandelde zelfs met Adam en Eva in de tuin, wat symboliseert dat Hij een intieme relatie met hen wilde hebben.

 In het Nieuwe Testament wordt dit verlangen naar een relatie tussen God en de mens voortgezet en verdiept. Jezus Christus wordt gezien als de bemiddelaar tussen God en de mensheid, en zijn leer benadrukt de liefde van God voor de mensheid en het belang van een persoonlijke relatie met Hem. Jezus onderwijst over gebed, vergeving en liefde voor God en anderen, en hij nodigt mensen uit om God als hun Vader te kennen.

 Kortom, zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament van de Bijbel wordt het idee benadrukt dat God een diepgaande relatie met de mens wil hebben, waarin liefde, gehoorzaamheid en gemeenschap centraal staan. Deze relatie wordt in het christendom beschouwd als een kernaspect van het geloof en de spiritualiteit.

 

Groeien in het beeld van God

Het scheppingsverhaal en het Nieuwe Testament dagen ons uit om steeds meer op God te lijken door de manier waarop ze de relatie tussen God en de mensheid beschrijven en de ethische principes en waarden presenteren die we moeten volgen.

 1. Scheppingsverhaal:

In het scheppingsverhaal van Genesis wordt de mens geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God. Dit betekent dat de mens een speciale relatie heeft met God en bepaalde goddelijke eigenschappen en verantwoordelijkheden deelt. Het daagt ons uit om onze goddelijke aard te erkennen en te streven naar eigenschappen zoals liefde, goedheid, rechtvaardigheid en creativiteit, die kenmerkend zijn voor God. Het verhaal herinnert ons eraan dat we de rentmeesters van de aarde zijn en de verantwoordelijkheid hebben om voor de schepping te zorgen, zoals God dat doet.

 2. Het Nieuwe Testament:

Het Nieuwe Testament gaat verder met dit idee van transformatie en groei naar Gods beeld. Jezus Christus Godss zoon wordt in het christendom gezien als de perfecte belichaming van Gods liefde en genade. Zijn leer en voorbeeld dagen ons uit om meer op Hem te lijken door liefde, vergeving, nederigheid en dienstbaarheid na te volgen. Jezus onderwijst ons ook om God lief te hebben met heel ons hart en onze naaste als onszelf (Matteüs 22:37-39), wat betekent dat we moeten streven naar liefdevolle relaties met God en onze medemens.

 Het Nieuwe Testament moedigt ook de groei aan in de vruchten van de Geest, zoals vermeld in Galaten 5:22-23, zoals liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Deze eigenschappen helpen ons om meer op God te lijken en een leven te leiden dat Hem eert.

 Kortom, zowel het scheppingsverhaal als het Nieuwe Testament nodigen ons uit om te groeien in onze relatie met God en om ons karakter en gedrag te ontwikkelen in overeenstemming met Zijn goddelijke aard. Het is een uitdaging om steeds meer op God te lijken door onze liefde, mededogen en rechtvaardigheid in de wereld te laten zien.

 

Hoe het scheppingsverhaal ons voor een keuze stelt

pillHet scheppingsverhaal in de Bijbel, met name in het boek Genesis, impliceert inderdaad dat de mens een keuze heeft om God te dienen. Dit aspect van keuze en vrije wil wordt duidelijk weergegeven in de verhalen van Adam en Eva in de Hof van Eden.

 In het scheppingsverhaal wordt beschreven dat God de mens, Adam en Eva, schiep en hen in de Hof van Eden plaatste. Hij gaf hen veel vrijheid, inclusief toegang tot de meeste bomen in de tuin. Er was echter één boom, de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad, waarvan God hen geboden had om niet te eten. Dit was een test van gehoorzaamheid en keuze.

 De mens kreeg dus de vrijheid om te kiezen om God te gehoorzamen door niet van de verboden vrucht te eten, of om ongehoorzaam te zijn aan Gods gebod. Adam en Eva kozen ervoor om van de vrucht te eten, waardoor ze zondigden en de gevolgen van de zonde in de wereld brachten.

 Dit verhaal benadrukt het belang van de vrije wil van de mens en de keuzes die we maken. Het laat zien dat God de mens niet als een marionet behandelt, maar ons de vrijheid geeft om Hem te gehoorzamen of niet. Het vraagt de mens om bewust te kiezen om God te dienen en gehoorzaam te zijn aan Zijn geboden.

 Het concept van vrije wil en keuze blijft een centraal thema in de theologie en ethiek binnen het christendom. Het scheppingsverhaal herinnert ons eraan dat dienen en gehoorzaam zijn aan God een bewuste keuze is die we moeten maken, en dat onze keuzes gevolgen hebben voor onze relatie met God en de wereld om ons heen.